300*250 300*250

welcomE in hoLIdAY LAND

CLICK ON THE HOTSPOTS FOR THE DESIRED PROVINCE

Vollenhove

VOLLENHOVE WEATHER
Otto de Grote
Olde Huys (of Slot te Vollenhove)

Vollenhove wordt al in 944 vermeld als Fulnaho. Het gebied was destijds een woud dat eigendom was van Otto de Grote. Deze gaf bisschop Balderik van Utrecht toestemming daar te jagen. In 1010 schonk keizer Hendrik II het gebied, Silva Fulnaho (woud van Vollenhove) geheten, aan het bisdom Utrecht.[2] In de 11e eeuw werd het gebied ontgonnen en in de 12e eeuw liet bisschop Godfried van Rhenen aan het Almere een burcht bouwen, het Olde Huys (of Slot te Vollenhove), met een donjon en een kapel. Deze burcht werd in de 14e eeuw enkele malen aangevallen door de Friezen uit de Stellingwerven. Rond de burcht ontstond het dorp Op ten Camph. Dit kreeg op 12 juli 1354 stadsrechten. Na 1380 werd de stad aangeduid als Vollenho.

De bloeitijd van de stad Vollenhove lag in de eerste helft van de 15e eeuw. Vollenhove was toen belangrijk door de visserij op steur en was een bijstad van de Hanze. Ook werden aarden wallen en poorten aangelegd ter verdediging van de stad. In de eerste helft van de 16e eeuw bloeide de stad op. Joris Schenck van Toutenburg werd drost en later stadhouder van Overijssel voor keizer Karel V. Schenck liet net buiten de stad het kasteel Toutenburg bouwen. Vollenhove werd met deze residentie het bestuurscentrum voor de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland, en Overijssel. Drenthe telde niet mee omdat het te arm werd geacht. Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog verloor Vollenhove de rol van bestuurscentrum, en in de eeuwen daarna kwijnde de stad weg.

In 1818 werd Vollenhove verdeeld in Stad Vollenhove en Ambt Vollenhove, het platteland dat bij Vollenhove hoorde. In de tweede helft van de 19e eeuw bloeide Vollenhove weer even op. De slotgracht van het Olde Huys werd visserijhaven, en het kasteel werd afgebroken. Toen in 1859 het eiland Schokland werd ontruimd, vestigden de meeste Schokkers zich te midden van de resten van het kasteel. Aan het eind van de 19e eeuw werd een nieuwe haven gebouwd en ontstond een specifiek vissersschip, de Vollenhovense bol. Door de aanleg van de Afsluitdijk (1932) kwam aan de Zuiderzeevisserij een eind. Vollenhove werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog belangrijk als werkhaven voor de inpoldering van de Noordoostpolder.

Vollenhove fascineert

With its rich history and stunning landscapes, Vollenhove captivates visitors with its timeless allure.

Stepping into Vollenhove is like journeying through time. The town’s origins date back to the Middle Ages when it was a bustling port and center of trade. Its medieval roots are evident in the well-preserved architecture that lines its cobblestone streets. Majestic churches, historic houses, and quaint bridges tell the tales of bygone eras, inviting exploration at every turn.

Nature enthusiasts will find solace in Vollenhove’s scenic surroundings. Situated amidst the serene waters of the Zuiderzee and the breathtaking landscapes of the Weerribben-Wieden National Park, outdoor adventures abound. From leisurely boat rides along the tranquil canals to invigorating hikes through lush forests, Vollenhove offers a myriad of opportunities to reconnect with nature.

Moreover, Vollenhove hosts vibrant cultural events and festivals throughout the year, celebrating its heritage and fostering community spirit. Visitors can immerse themselves in traditional folklore, music, and cuisine, gaining insight into the town’s rich cultural tapestry.

Whether strolling along its historic streets, basking in the beauty of its natural surroundings, or participating in its lively festivities, Vollenhove promises an unforgettable experience for travelers seeking to discover the heart and soul of the Netherlands.

De Durgerdammer ijsvissers

De drie vissers op een ijsschots

In januari 1849 kwamen de Durgerdammers Klaas Bording en zijn twee zonen Klaas en Jacob bij het botkloppen in een afschuwelijke situatie terecht. Ze waren om een betekenisvolle plek te vinden heel ver het ijs gegaan, een besluit dat hen duur zou komen te staan. Alleen Jacob bracht het uiteindelijk tot leven.
In de lus van de dag haalden ze honderden botten naar boven, en waarschijnlijk door deze rijke vlekken ze niet dat het ijsgedeelte waarbij ze zich bevonden was losgeraakt van de rest.

Het was onmogelijk geworden om over de ijsvlakte weer naar het veilige Durgerdam terug te lopen, en als gevolg van de opkomende duisternis werd hun probleem niet door andere vissers opgemerkt. Veertien lange koude dagen en nachten hebben de drie mannen stuurloos op de Zuiderzee gedreven. Ze kregen oneindige honger en aten om in leven te blijven rauwe bot. Uiteindelijk kwam ze helemaal bij het Overijsselse Vollenhove terecht.

Daar werden de totaal verkleumde vissers van hun inmiddels grotendeels gehele ijsschots verwijderd en aan land gebracht. In Vollenhove werden de drie met zorgen omringd, maar voor vader Bording en zoon Klaas mocht dit niet meer baten. Ze waren vaker door de ontberingen aanwezig dat ze kort daarna kwamen te overlijden. Alleen de zeventienjarige Jacob definitief terug naar Durgerdam.Op twee plaatsen wordt de herinnering aan de Durgerdammer ijsvissers levend gehouden. Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen heeft een kleine expositie ingericht in het Woonhuis Vollenhove van Frederik Kroes, een van de redders. Vader en zoon Klaas liggen begraven op het kerkhof van Vollenhove. In het parkje bij de kerk staat hun standbeeld.

oude binnenhaven

De oude of binnenhaven werd als nieuwe vissershaven aangelegd in 1823 in de slotgracht van het Oldehuis, het voormalige bisschoppelijke kasteel. Een deel van het terrein werd later afgegraven zodat een ruime open plek ontstond voor de groeiende vloot die uiteindelijk de grootste (in aantal) aan de oostaknd van de zuiderzee zou worden.

In het begin van de negentiende eeuw was de visserij, na het verdwijnen van de adel, de belangrijkste inkomstenbron voor Vollenhove geworden. De vissers ontbeerden echter een deugdelijke haven: ze lagen daarvoor op de rede, bij de stadsbrug (steiger) en later in een vluchthaven bij de Vismarkt. De gemeenteraad besloot op 26 mei 1823 het graven van de haven aan te besteden. Uit de raadsvergadering van 2 juni blijkt dat daarvoor grond was aangekocht vanaf de poort van het Oude Huis tot de palen rechtuit. Tevens werd besloten tot het uitdiepen en verbreden van de gracht van het Oude Huis (‘t Oldehuys). De bomen van het Joodse kerkhof werden verkocht, op die plek kwam later een turfmarkt – de turfschepen losten hier hun lading. Hier moest geld voor worden betaald, evenals liggeld voor de vissersschepen. Het ophalen daarvan werd verpacht

Het wapen van de gemeente Stad Vollenhove, met schildhouder (1819-1942)

dubbele moord op twee veldwachters

 

Veldwachter Bastings

Een markant feit uit de geschiedenis van Vollenhove en omgeving was de moord op twee veldwachters in 1878. Nadat beiden die ochtend niet op hun werk verschenen, werd een zoektocht ingesteld, waardoor uiteindelijk hun ontzielde lichamen in een put werden gevonden. Beide mannen uiterst gewelddadig om het leven gebracht. Al snel werden drie verdachten gearresteerd: het bleken stropers te zijn. In die tijd was het een groot probleem in Vollenhove, met de naam illegale jacht op fazanten. De verdachten moeten worden beschermd tegen een enorme volkswoede. De ene veldwachter had vlak na de moord in ondertrouw zullen gaan en collega zijn liet een vrouw en zes kinderen achter. De veldwachters zouden op stropersjacht zijn gegaan en daarbij de stropers hebben ontdekt, die vervolgens de veldwachters met hun geweren om het leven hebben overgebracht. De drie verdachten zijn in het huis van bewaring in Zwolle verhoord. Bij de behandeling voor het gerechtshof in Arnhem kreeg de hoofdverdachte vijfentwintig jaar cel en werden de twee andere verdachten ieder tot twintig jaar cel veroordeeld.

Lieve Vrouwkerk

De Mariakerk, ook wel Onze Lieve Vrouwekerk of Kleine kerk genoemd, is een éénbeukige gotische kerk uit 1423. In 1450 werd de kerk al vergroot wat in het interieur nog zichtbaar is. Destijds werd er gemetseld met leem, later is de kerk met cement ingevoegd. Het schip heeft een houten gewelf. De westtoren dateert uit 1450 en stond oorspronkelijk los van de kerk, maar werd later met de beuk verbonden. De grote klok dateert uit 1509 en is gegoten door de beroemde klokkengieter Johannes Gerhardus van Wou. De preekstoel die uit de 17e eeuw afkomstig is, komt uit de kerk van het in 1776 verdronken dorp Beulake.

 - 
Chinese (Simplified)
 - 
zh-CN
Dutch
 - 
nl
English
 - 
en
French
 - 
fr
German
 - 
de
Japanese
 - 
ja
Spanish
 - 
es
300*250